‘Het Gambiaanse en Vlaamse onderwijs liggen dan wel mijlenver uiteen, toch hebben we hetzelfde doel: onze leerlingen vormen tot de mondige, kritische burgers van morgen,’ zegt leerkracht Tom Boeve, een van de trekkers van de scholenband tussen de Oostendse school Sint-Jozefinstituut-Petrus & Paulus-Centrum en St. Joseph’s Senior Secondary School in de Gambiaanse hoofdstad Banjul.
De connectie tussen de school in Oostende en die in Banjul bestaat al veertien jaar, maar het partnerschap is niet altijd zo hecht geweest als vandaag. ‘In het begin draaide de samenwerking vooral om de vraag hoe je een leeromgeving van goede kwaliteit creëert voor de leerlingen in Banjul.’ De Oostendse leerkracht Tom Boeve was in die beginfase ook al trekker en vulde toen die kwaliteit vooral infrastructureel en materieel in. Na verloop van tijd kwam het accent meer te liggen op de uitwisseling tussen de verschillende culturen en tradities. In de krokusvakantie bezochten zeven leerlingen en drie leerkrachten uit Oostende Banjul, maar dankzij de stedenband zijn er ook middelen om de Gambiaanse leerkrachten en leerlingen naar Oostende te halen. ‘Zo wordt het geen eenrichtingsverkeer,’ zegt Tom Boeve. ‘We moesten creatief zijn om tot een actieplan te komen, want het Gambiaanse en het Vlaamse onderwijssysteem liggen mijlenver uiteen. Toch hebben we een gemeenschappelijk doel: onze leerlingen tot de mondige, kritische burgers van morgen vormen. We staan daarmee aan het begin van een nieuwe fase van onze scholenband. Een die draait rond de SDG's rond gezondheid, onderwijs en milieu.’
Keuze voor gezondheid
De keuze voor de doelstelling gezondheid heeft vooral te maken met een confronterend schoolbezoek. Toen vijftien Gambiaanse leerlingen hun ogen lieten onderzoeken, bleken er twee een heel ernstige infectie te hebben. Volgens Hannah Cocker, de directrice van de partnerschool in Banjul, waren die infecties vrij eenvoudig te voorkomen door voldoende vitaminen, een gevarieerd eetpatroon en goede hygiëne. ‘Maar voor die twee leerlingen was het al te laat, zij riskeerden blindheid. Dat beknot natuurlijk hun kansen om hun talenten volledig te ontplooien en zinvol te participeren aan de samenleving. De leerkrachten wetenschappen hier en daar zetten daarom hun schouders onder een project om een fruitboomgaard aan te leggen in de school in Banjul, om fruit te verbouwen en te verkopen. Sommige van de lessen wetenschappen in beide scholen worden daar dan aan opgehangen. De leerkrachten wisselen onderling voorbeelden van lespraktijken uit. Dat geeft hun lessen een boeiende, internationale toets.’
De tweede keuze voor onderwijs is eigenlijk een specifieke keuze voor wat in het jargon ‘gedifferentieerd lesgeven’ heet. De klasgroepen in de St. Joseph’s Senior Secondary School zijn groot en divers. Het is voor de leerkrachten een hele uitdaging om rekening te houden met die heterogeniteit, waardoor sommige leerlingen uit de boot vallen. Tom Boeve: ‘We hebben tijdens ons bezoek samen kookles en geschiedenisles gegeven met differentiatie in het achterhoofd, waardoor we een aantal Gambiaanse leerkrachten warm hebben kunnen maken om studentgericht te werken. Zo zijn zowel sterke als minder sterke leerlingen betrokken bij de les. Deze en andere nieuwe lesmethodes willen we graag toelichten op een pedagogische studiedag in Banjul, waar we trouwens ook willen uitwisselen over het onderwijs van de toekomst met onze Gambiaanse collega’s. Maar dat is nog een stoute droom.’
Voor het derde thema, milieu, trekken de leerlingen zelf de projecten. De zesdejaars hebben een bordspel over ecologie ontwikkeld in duurzaam materiaal. ‘Dat gaan we in het Engels vertalen en opsturen naar Banjul. Het spel brengt spelenderwijs in kaart welke impact de mens op het milieu heeft. De bedoeling is om het op hetzelfde moment te spelen, en uitkomsten met elkaar te delen. We gaan ook in elk van onze steden een gelijktijdige strandopruimactie organiseren en daar samen een lessenpakket voor ontwikkelen. Ook omtrent recycleren gaan we de koppen bij elkaar steken. In Banjul wordt er amper gerecycleerd, maar ook in onze eigen school krijgt dat nog niet de prioriteit die het verdient. Kort samengevat, we willen als partners nadenken over hoe we – zowel hier als in Banjul – onze impact op het milieu kunnen beperken. En dat doen we met het volle enthousiasme en participatie van de leerlingen hier en daar, bijvoorbeeld door de leerlingenraden van beide scholen aan te wenden als fora om tot concrete ideeën en acties te komen.’
Beïnvloeden in de goede zin
Net zoals menselijk handelen een impact heeft op het milieu, heeft de scholenband ook een serieuze impact op het karakter van de Oostendse school. Tom Boeve ontwikkelt alle activiteiten van de scholenband op het niveau van, en samen met, alle betrokken leerlingen en leerkrachten met in het achterhoofd een gelijke uitwisseling en ervaring: ‘Veel leerkrachten zien een fysieke uitwisseling in de vorm van een inleefreis niet meteen zitten. Wél staan ze ervoor open met hun Gambiaanse collega na te denken over hoe ze samen lesmateriaal kunnen ontwikkelen dat ze allebei kunnen gebruiken, en dat tegelijk leerlingen bewustmaakt van de SDG’s. Dat is precies wat gebeurt met de lessen wetenschappen en het aanleggen van een tuintje. Zo zijn alle leerkrachten op hun eigen manier bij de scholenband betrokken en maximaliseren we het draagvlak ervoor.’
‘We merken dat Gambia hét gespreksonderwerp wordt bij leerlingen en leerkrachten in de aanloop naar en na de terugkeer van een inleefreis. Leerlingen worden dan met hun neus op de feiten gedrukt wat betreft hun eigen leer- en leefgewoontes. In Vlaanderen ‘moeten’ jongeren naar school, maar in Banjul zijn de leerlingen dankbaar dat ze überhaupt naar school kunnen. Dat leidt tot boeiende, intense gesprekken die de kijk op onderwijs van sommige van onze leerlingen in goede zin hebben beïnvloed. De scholenband creëert voer voor lessen over de SDG’s, duurzame ontwikkeling en het belang van internationale samenwerking en uitwisseling.’